Meer dan dertig jaar geleden werd Robby Camps gegrepen door het F1-virus. Het was de tijd van de felle strijd tussen Alain Prost en Ayrton Senna. Zijn liefde voor de autosport was zo sterk dat hij koos voor een autotechnische opleiding. “Tijdens mijn studie zag ik dingen waarvan ik dacht: dat wordt in de F1 toegepast. Ook tegenwoordig komt techniek van het circuit in productie-auto’s terecht. Die wisselwerking vind ik razend interessant.” Het zal mensen verbazen, maar het mooiste deel van elke F1-wedstrijd vindt Camps de kwalificatiefase, ook wel Q1, Q2 en Q3 genoemd. “Dan proberen alle teams de set-up van de auto te optimaliseren. In de pitstraat zie je dan handelingen die je tijdens de race niet ziet. Voor mij als techneut zit daar een groot deel van het kijkplezier in. Wat past een team aan om de auto sneller te maken, en wat is het effect? Welke onderdelen zijn nieuw en zichtbaar in close-up?”
Energieterugwinning
De afgelopen tien jaar is de techniek in de Formule 1 ingrijpend veranderd. Net als bij straatauto’s groeit de invloed van elektronica en hybride-aandrijving. “In 2009 reden de teams voor het eerst met een V8 met een KERS (Kinetic Energy Recovery System) voor energie terugwinning en extra aandrijving. Bij de huidige V6-motoren wordt een tweede energieterugwinningsysteem toegepast. De MGU-H (Motor Generator Unit Heat) zet restwarmte van de turbo om in stroom voor de batterij of in extra aandrijfkracht voor het KERS, ook wel MGU-K (Motor Generator Unit Kinetic) genoemd. De MGU-H kan de turbo ook elektrisch op toeren brengen. De MGU-K ondersteunt de verbrandingsmotor, precies zoals bij een hybride personenauto.” De band tussen F1-auto’s en productie-auto’s blijft sterk, merkt Camps op. “In de nieuwste elektrische auto’s gebruikt Mercedes-Benz een soort MGU-K, vergelijkbaar met dat van F1-auto’s.”
Hoogspanning
Een andere overeenkomst tussen de F1 en reguliere auto’s is de oplopende boordspanning. KERS-systemen in de F1 werken met spanningen tot 1.000 Volt. Dat is hoger dan in een elektrische auto. De spanning in het boordnet van personenauto’s neemt ook toe. Steeds meer autofabrikanten implementeren 48V-techniek naast bestaande 12V-techniek. Er zijn verschillende voorbeelden van F1-techniek die in straatauto’s terechtkomen. “Bosal heeft een uitlaatwarmte-terugwinsysteem ontwikkeld om het interieur mee te verwarmen. Audi gebruikt elektrisch aangedreven turbo’s (e-turbo’s) om verbrandingsmotoren sterker te maken, voornamelijk bij laag toerental wanneer de gewone turbo nog niet op toeren is. Volvo heeft een KERS-systeem met een vliegwiel dat in een vacuüm draait om energie op te wekken. Stuk voor stuk afgeleid van racetechnologie.”
Morgen achterhaald
Camps werkt dagelijks op zeer hoog niveau met CAN-bus analyse en onderzoek. Hoe houdt hij zelf zijn vakkennis op peil? “Mijn werk kan je niet met een opleiding leren. Je begint vanaf een bepaalde basis. De rest leer je met interne trainingen en door het te doen. Ik leer ook veel van collega’s. We wisselen dagelijks tips en informatie uit. Net als voor mijn hobby lees ik vak-informatie online en in vakbladen. De auto-industrie is dynamisch. Wat vandaag nieuw is, is morgen achterhaald. De dag waarop je als vakman stopt met bijleren, is de dag waarop je kennisniveau achteruitgaat. Bijblijven in techniek en je expertise op peil houden is een hele uitdaging en daar heb je doorzettingsvermogen voor nodig.”
Lezen en praten
Welke nieuwe technieken kunnen we de komende jaren verwachten op het circuit en in de werkplaats? Daar heeft Robby Camps wel een idee over. “We zitten op het omslagpunt van verbrandingsmotor naar hybride-aandrijving, elektrische aandrijving en waterstof. Alle autofabrikanten moeten kiezen: ontwikkelen we nieuwe verbrandingsmotoren of ontwikkelen we een waterstofmotor? Als techneut heb je daar geen invloed op. Het enige wat je kan doen, is de ontwikkelingen volgen. Dat is lastig. Het beste advies dat ik iedereen kan geven, is: blijf leren en blijf lezen. Kijk op internet. Lees vakbladen. Praat met collega’s en vakgenoten. Volg trainingen. Hoe meer informatie je zoekt, hoe meer je vindt, en hoe meer nieuwe dingen je leert.”