Praktijkrichtlijn roetmeting

Praktijkrichtlijn roetmeting

Maatregelen ter voorkoming van blootstelling aan uitlaatgassen

Inleiding
Tijdens een roetmeting komen uitlaatgassen vrij. Ook is er kans op schadelijk geluid. De uitlaatgassen van diesels bevatten kankerverwekkende stoffen: dieselrookemissie of DME. Daarom moet de werkgever tijdens de roetmeting bronmaatregelen treffen om blootstelling te voorkomen of, als dit niet mogelijk is, te beperken tot een zo laag mogelijk niveau. Deze praktijkrichtlijn geeft aanwijzingen voor de te treffen maatregelen tijdens de roetmeting.

Instructie en toezicht
Het is erg belangrijk dat de werkgever de juiste maatregelen neemt en zijn medewerkers op de juiste wijze instrueert en controleert. Bij het niet naleven van onderstaande voorschriften kan de werknemer worden blootgesteld aan:

  • een hoge concentratie DME;
  • hoge geluidsniveaus die gehoorbeschadiging kunnen veroorzaken.

De afzuiginstallatie
Er moet een afzuiginstallatie zijn, waarmee blootstelling aan DME wordt voorkomen, zonder dat deze de uitslag van de meting beïnvloedt (mits dat technisch uitvoerbaar is). Hiervoor moet de afzuiginstallatie minimaal bestaan uit de volgende onderdelen (de onderdelen moeten op de juiste wijze zijn gemonteerd of geplaatst zoals aangegeven door de fabrikant van de afzuiginstallatie):

  • een afzuigventilator met voldoende capaciteit voor de te keuren voertuigen;
  • bij voorkeur een afvoerslang die de uitlaat volledig omsluit (bijvoorbeeld een manchet). Een trechter is ook toegestaan mits deze direct achter de uitlaatopening kan worden geplaatst waarbij er geen of nagenoeg geen ruimte is tussen de trechter en de uitlaatopening;
  • een inrichting die ervoor zorgt dat de uitlaatgassen die door de roetmeter gaan eveneens worden afgevoerd; en
  • afvoerkanalen die bovenstaande onderdelen met elkaar verbinden waardoor de uitlaatgassen op doelmatige wijze direct naar buiten worden afgevoerd. De afzuiginstallatie mag de roetmeting niet nadelig beïnvloeden. Dit is herkenbaar aan een goedkeuring afgegeven door het Nmi.

Maatregelen ter beperking van de blootstelling aan geluid
Doordat het toerental van de dieselmotor bij de roetmeting enkele malen tot het afregeltoerental wordt opgevoerd, kan de wettelijke grens voor schadelijk geluid worden overschreden. Bij geluidsniveaus van meer dan 85 dB(A) moeten er maatregelen worden genomen, zodat zo weinig mogelijk werknemers aan de schadelijke geluidsniveaus blootstaan. Ook moet de tijd waarin medewerkers blootstaan aan het schadelijke geluid beperkt worden, zodat het blootstellingsniveau gemiddeld over een representatieve werkdag tot beneden de grens van 85 dB(A) wordt teruggebracht (het geluidsniveau waar een werknemer gedurende een werkdag aan wordt blootgesteld, wordt bepaald door het totaal aan werkzaamheden dat werknemers uitvoeren en de geluidsniveaus tijdens uitvoering van de werkzaamheden). Aan werknemers die tijdens hun werk blootstaan aan geluidsniveaus boven 80 dB(A) moet de werkgever passende gehoorbeschermingsmiddelen beschikbaar stellen.

Om gehoorbeschadiging te voorkomen bevat deze praktijkrichtlijn de volgende maatregelen:

  • voer de roetmeting zo mogelijk in een aparte ruimte uit;
  • voer de roetmeting zoveel mogelijk uit wanneer er weinig of geen collega’s in dezelfde ruimte aanwezig zijn;
  • voer de roetmeting uit met gesloten motorkap;
  • laat de werknemer die de roetmeting uitvoert, in het voertuig plaatsnemen en gehoorbescherming dragen;
  • baken de ruimte waar de grens van 85 dB(A) wordt overschreden af (bijvoorbeeld met belijning op de vloer) en markeer dit met waarschuwingsborden;
  • laat werknemers die in deze gemarkeerde zone komen gehoorbescherming dragen.

Praktijkrichtlijn roetmeting