Juni 2024 | Aeternus
De opkomst van superretailers heeft grote gevolgen voor de automotive retailsector. Fusies, overnames en schaalvergroting leiden tot een compleet ander speelveld. Superretailers nemen de regie en zetten de toon. Dit heeft directe gevolgen voor werkgeverschap in de sector, blijkt uit een nieuw onderzoek van Aeternus.

Werkgeverschap verandert met nieuwe rollen en kansen
Adviesbureau Aeternus onderzocht de afgelopen twee jaar fusies en overnames in de autodealermarkt. Grote bedrijven groeien door schaalvoordelen en het Total Mobility-concept. Dit verandert ook het werkgeverschap: meer teamwork, flexibiliteit en digitale vaardigheden worden belangrijker. Medewerkers werken vaker op meerdere locaties en met verschillende mobiliteitsdiensten. Dit onderzoek helpt bedrijven zich voor te bereiden op deze veranderingen.
Schaalvergroting en personeelsbeleid
Uit het onderzoek blijkt dat het aantal dealerbedrijven afneemt, terwijl grote holdings meer marktaandeel krijgen. In 2022 hadden de tien grootste dealers in Nederland 48% van de markt in handen, terwijl dit in 2019 nog 34% was en tien jaar geleden slechts 25%. Dit leidt tot grotere organisaties met gestandaardiseerde processen en een sterkere hiërarchie. In deze veranderende markt werken organisaties aan het samenbrengen van bedrijfsculturen en het behouden van vakmanschap. Training en talentontwikkeling spelen hierbij een belangrijke rol.
Nieuwe vaardigheden en functies
Technologische ontwikkelingen veranderen de werkplaats en de rollen binnen de autodealerbranche. Technici werken steeds vaker met geavanceerde diagnoseapparatuur en elektrische aandrijfsystemen, waardoor hun taken verschuiven richting software en data-analyse. Daarnaast ontstaan nieuwe functies, zoals mobiliteitsadviseurs en fleetmanagers, die inspelen op de trend van autogebruik in plaats van autobezit. Deze ontwikkelingen vragen om gerichte scholing en doorgroeimogelijkheden binnen bedrijven.
Total Mobility en klantbenadering
De verschuiving van autobezit naar mobiliteitsoplossingen zorgt ervoor dat dealers hun dienstverlening verbreden. Lease, verhuur, deelvervoer en mobiliteitsabonnementen krijgen een steeds grotere rol. Dit vraagt om een andere klantbenadering en medewerkers die verder kijken dan alleen de verkoop van voertuigen. Klantgerichte training en innovatieve verkoopstrategieën kunnen bijdragen aan een sterke marktpositie.
De veranderingen in de autodealermarkt vragen niet alleen om nieuwe businessmodellen, maar ook om een andere invulling van werkgeverschap, waarin flexibiliteit, specialisatie en talentontwikkeling een steeds grotere rol spelen.
Het volledige onderzoek lees je hier.
Automotive retailnetwerk in 2030
Uit een eerdere studie van BOVAG bleek ook al dat superretailers in toenemende mate de automotive retail regisseren. Dealers worden geconfronteerd met nieuwe distributiemodellen en kiezen er steeds vaker voor agent te worden. Dit en meer lees je hier.
November 2024 | Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA)
Het bijhouden en ontwikkelen van je vaardigheden is belangrijk in een wereld die steeds verandert. Met een leven lang ontwikkelen (LLO) kun je oude kennis opfrissen en nieuwe dingen leren. Dit helpt niet alleen jezelf, maar ook de samenleving vooruit. Toch laat de LLO-monitor zien dat veel mensen in Nederland moeite hebben om bij te blijven met technologische veranderingen.

53% van de werkenden heeft de afgelopen 2 jaar deelgenomen aan werkgerelateerde cursussen
Nederland haalt de doelen voor een leven lang ontwikkelen (LLO) niet. Dit blijkt uit de LLO-monitor van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), die elke drie jaar wordt uitgevoerd. Het onderzoek bekijkt wat leren stimuleert of belemmert. Er wordt gekeken naar cursussen, zelfstudie en informeel leren. Ook onderzoekt het rapport de rol van werkgevers en de zelfstandigheid van werknemers. Daarnaast worden de gevolgen van leren en ontwikkelen belicht.
Stand van zaken LLO
Informeel leren is de meest gebruikte leermethode: 92% van alle leeractiviteiten is informeel, terwijl slechts 8% uit cursussen bestaat. Werkenden besteden gemiddeld 23% van hun werktijd aan taken waarvan ze kunnen leren, zoals samenwerken en feedback ontvangen. Wat ‘leren op het werk’ precies inhoudt, kan goed worden omschreven als ‘taken doen waarvan je kunt leren’. Werkenden hebben vaak een goed beeld van deze taken: ze vragen bijvoorbeeld om hulp bij problemen, staan vooraf stil bij wat ze gaan doen en praten over (werk)ervaringen met anderen. In 2024 gaf ongeveer 53% van de werkenden aan dat ze in de afgelopen twee jaar een werkgerelateerde cursus hadden gevolgd. Tegelijkertijd blijkt dat 30% van de werkenden nog nooit een cursus heeft gevolgd. De mate van informeel leren varieert sterk: er zijn meer werkenden die weinig leren dan werkenden die veel leren. Daarnaast geeft 13% van de werkenden aan niets te leren van de taken die ze uitvoeren op het werk.
Leren en leeftijd
Oudere werknemers besteden minder tijd aan informeel leren dan hun jongere collega’s. Toch volgen mensen van 40-54 jaar vaker cursussen dan zowel jongere als oudere werknemers. Werknemers die recent een cursus hebben gevolgd, leren relatief meer van hun dagelijkse werk. Langer kunnen blijven werken blijft de belangrijkste reden om cursussen te volgen. Het uitvoeren van nieuwe taken staat nu ook in de top 5 als reden voor het volgen van een cursus.
Rol van motivatie
Leren vereist twee belangrijke factoren: vertrouwen in het eigen leervermogen en de steun van de werkgever. Werknemers die geloven dat ze kunnen leren, zijn gemotiveerder om cursussen te volgen en nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Werkgevers spelen hierin een cruciale rol door persoonlijke leerplannen en budgetten aan te bieden, wat de deelname aan cursussen vergroot. Bovendien stimuleert een positieve leercultuur in belangrijke mate informeel leren. Wat bijdraagt is bijvoorbeeld het geven van eerlijke feedback, coaching en voldoende tijd voor ontwikkeling. Werknemers die vertrouwen op hun leervermogen en zich gesteund voelen, hebben meer kans om met technologische veranderingen mee te blijven ontwikkelen.
Leren onder druk
Hoge tijdsdruk en technologische veranderingen vergroten de kans dat werknemers een cursus volgen, omdat ze zich gedwongen voelen nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Echter, prestatiedruk verkleint die kans. Bijna 14% van de werkenden wilde een cursus volgen, maar deed dit niet vanwege het behoeden van de werk-privébalans, de werkdruk of financiële redenen. Werkgevers die leerbudgetten aanbieden, zien vaker dat hun werknemers daadwerkelijk deelnemen aan cursussen. In ongeveer 50% van de gevallen hebben werkenden een cursus gevolgd die zich richt op het ontwikkelen van vaktechnische kennis en vaardigheden.
Eigen regie
Het onderzoek benadrukt het belang van leren op de werkvloer en het ondersteunen van medewerkers. Het wijst ook op de cruciale rol van medewerkers zelf. Eigen regie is hierbij essentieel. Medewerkers worden aangemoedigd verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. Dit kan door leerbehoeften te herkennen, kansen te zoeken en beschikbare middelen te benutten. Werkgevers spelen een belangrijke rol door dit te faciliteren. Samenwerking tussen werkgevers en medewerkers, waarbij werkgevers faciliteren en medewerkers regie nemen, is noodzakelijk om de uitdagingen van de technologische toekomst succesvol aan te gaan.
Meer inzichten lees je in het volledige onderzoek.
Werkplekleren
Leren en ontwikkelen gebeurt vaak op de werkvloer. Lees hier hoe je informeel leren kunt stimuleren en een leercultuur creëert in jouw organisatie.
November 2024 | Werkgevers Enquête Arbeid 2024 van TNO
De WEA 2024-enquête van TNO (Werkgevers Enquête Arbeid) is een onderzoek onder werkgevers in Nederland. Het richt zich op thema’s zoals arbeidsomstandigheden, personeelsbeleid, diversiteit, inclusie en duurzame inzetbaarheid. Uit de resultaten blijkt onder meer dat ruim 28% van de werkgevers in Nederland momenteel kampt met personeelstekorten. Dit onderzoek biedt inzicht in de omvang van het personeelsprobleem en de mogelijk oplossingen.

Meer dan 50% werkgevers ervaart of verwacht personeelskrapte
De Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) van TNO is een tweejaarlijks onderzoek onder meer dan 6.000 werkgevers in Nederland. Het richt zich op thema’s zoals arbeidsomstandigheden, werkdruk, personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid. De resultaten laten zien hoe de arbeidsmarkt verandert en ondersteunen werkgevers bij personeelsbeleid.
Actuele en verwachte tekorten
Uit het onderzoek blijkt dat grote organisaties nu al vaker te weinig personeel hebben. Kleine organisaties denken juist eerder dat ze in de toekomst een tekort krijgen. Bij kleine bedrijven met 1-4 werknemers heeft 23% nu een tekort en denkt 25% dat dit binnen twee jaar gaat gebeuren. Bij grote bedrijven met 100 werknemers of meer heeft 50% nu een tekort. Daarnaast verwacht 21% van deze grote bedrijven binnen twee jaar een tekort, ook al hebben ze daar nu geen last van.

Personeelstekorten naar organisatiegrootte: huidig en verwacht.
Oplossingen voor personeelskrapte
De meeste werkgevers die nu te weinig personeel hebben of dit verwachten, denken dat ze het tekort in 2024 kunnen verminderen. Slecht 7% van de werkgevers denkt dat het helemaal niet lukt om de personeelskrapte terug te dringen. Grote bedrijven zien de meeste kansen om iets aan het tekort te kunnen doen.
Werkgevers noemen drie oplossingen om het tekort aan te pakken:
- Ze willen op een andere manier mensen werven en selecteren (49%).
- Ze gaan medewerkers opleiden (44%).
- Het werk moet slimmer gedaan worden of beter georganiseerd worden (34%).
Ook het (meer) inzetten en behouden van BBL-studenten wordt als oplossing gezien. Een andere mogelijkheid is om mensen die nu parttime werken, meer uren te laten maken. 16% van de werkgevers denkt dat dit een oplossing kan zijn. Ze willen dan flexibelere arbeidstijden of werklocatie (47%) bieden. Meer genoemde oplossingen en specifieke oplossingen per sector lees je in het onderzoek.
Leven lang leren
Bij meer dan de helft (60%) van de werkgevers heeft een gedeelte van de werknemers het afgelopen jaar een cursus, training of andere scholing onder werktijd gevolgd. Van de werkgevers die scholing aanboden, maakte 13% gebruik van een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds (O&O-fonds) zoals OOMT. Grote bedrijven met 100 of meer werknemers maakten daar veel vaker gebruik van dan kleine bedrijven met minder dan vijf werknemers (respectievelijk 7% en 40%).
Ongeveer negen op de tien werkgevers geven aan dat werknemers mogelijkheden hebben om informeel te leren, door werkzaamheden in de praktijk (90%) of van collega’s of leidinggevenden (88%). Daarnaast geeft 79% van de werkgevers aan dat werknemers gestimuleerd worden om te leren en zich te ontwikkelen. Het blijkt dat bij werkgevers met een hoge leercultuur – waar de meeste werknemers een opleiding of training hebben gevolgd en veel informeel leren – meer tevreden werknemers zijn.
Gelijke kansen voor alle werknemers
Bij 12% van de werkgevers werken mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie, zoals werknemers met een psychische kwetsbaarheid (38%), zonder opleiding of met leerachterstand (37%) en met een lichamelijke of verstandelijke beperking (33%). Van de werkgevers zonder deze groepen wil 10% dit in de toekomst mogelijk doen, en 3% heeft al plannen. 40% van de werkgevers heeft een visie op diversiteit en inclusie. Zij nemen vaker acties om gelijke kansen in behoud, ontwikkeling en carrière te bevorderen.
Veilige en gezonde werkplek
Werkgevers met een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) pakken arbeidsrisico’s actiever aan. Veelvoorkomende risico’s zijn fysieke belasting, werken met gevaarlijke stoffen en psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Het belang van een veilige werkplek groeit: sinds 2014 is het aantal werkgevers met een RI&E gestegen van 46% naar 64%. Deze werkgevers nemen twee keer zo vaak maatregelen om risico’s te verminderen.
Alle resultaten uit het onderzoek naar de werving, inzet, organisatie en resultaten van arbeid onder een representatieve steekproef van werkgevers in Nederland, lees je hier.
Jong talent binden
Bedrijven in de mobiliteitsbranche hebben moeite om jonge medewerkers aan te trekken en te behouden. OOMT heeft onderzoek gedaan naar wat er nodig is om een aantrekkelijke werkgever voor jongeren te zijn. Lees hier hoe je ervoor zorgt dat de jongere generatie graag bij jou wil (blijven) werken.
Aanpak arbeidsmarktkrapte
Het verkrijgen en bijhouden van skills, in plaats van diploma’s, wordt steeds belangrijker. In een veranderende markt moeten werkenden zich blijven ontwikkelen om te voldoen aan de vaardigheden die nodig zijn om duurzaam inzetbaar te zijn. Uit onderzoek blijkt dat de soort vaardigheden die werkgevers zoeken, anders is dan vroeger.
Deze uitgave ‘Mobiliteitsbranche in Cijfers Tweewielers 2024-2025’, samengesteld door RAI Vereniging en BOVAG, geeft uitgebreide inzichten in de Nederlandse tweewielermarkt. Het brengt de markt voor fietsen, bromfietsen, snorfietsen en motorfietsen nauwkeurig in kaart. Hierin staat dat de markt voor elektrische fietsen nog steeds in opmars is. Mobiliteit in Cijfers Tweewielers verschijnt, samen met Mobiliteit in Cijfers Auto’s, ieder jaar.

Het volledige naslagwerk vind je hier.
Deze uitgave van BOVAG en RAI Vereniging vormt het complete naslagwerk van de mobiliteitssector. Mobiliteit in Cijfers Auto’s geeft uitvoerige informatie over het bezit en gebruik van personen- en bedrijfsauto’s, registraties en onderhoud. Daarnaast wordt uitgebreid stilgestaan bij de economische en fiscale betekenis van deze vervoermiddelen en biedt deze publicatie overheidsbeleid in kaart, ontwikkelingen op milieugebied, fileproblematiek en internationale cijfers over de productie en registratie van personenauto’s.

Het volledige naslagwerk vind je hier.
Mobiliteit in Cijfers Tweewielers brengt de markt voor motorfietsen, fietsen en brom- en snorfietsen in kaart. Dit naslagwerk lees je hier.
Januari 2024 | TNO Public in opdracht van Ministerie van SZW
Leeftijd speelt volgens het TNO-onderzoek een belangrijke rol in hoe mensen burn-outklachten ervaren. Maar belangrijker nog zijn de persoonskenmerken en de psychosociale arbeidsomstandigheden zoals werkdruk en communicatie. Als werkgever kun je hierop inspelen.

Medewerkers hebben steeds hogere verwachtingen van hun baan
TNO heeft voor het onderzoek de data van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) tussen 2014 en 2022 gebruikt. Daarnaast is gekeken naar andere mogelijke verklaringen voor verschillende waarden en opvattingen over werk en mentale gezondheid. Vervolgens worden er naar aanleiding van de bevindingen handvatten geboden om burn-outklachten bij medewerkers te voorkomen en/of (vroegtijdig) te bestrijden.
Hoge verwachtingen
Voor alle onderzochte generaties geldt dat de mentale gezondheid steeds meer onder druk komt te staan. Diverse werkaspecten zijn belangrijk, zoals een vast contract. Daarnaast hebben werkenden steeds hogere verwachtingen van hun baan. Verwachtingen die mogelijk niet altijd waargemaakt (kunnen) worden. Onder jongeren is de stijging van burn-outklachten het sterkst. Naast een vast contract en hoge verwachtingen is werkzekerheid voor hen ook een belangrijk aspect.
Duidelijke afspraken
De combinatie van toename in burn-outklachten en meer verwachten van werk geeft aan dat er iets moet gebeuren, blijkt uit het onderzoek. Er zijn duidelijke afspraken en communicatie nodig over wederzijdse verwachtingen tussen werkgevers en werknemers. Hierbij is het belangrijk dat beide partijen ook uitspreken wat ze van elkaar verwachten als het gaat over verantwoordelijkheid nemen voor het mentale welzijn van de werkende. Er wordt aanbevolen om de risicogroep van werknemers rond de 30 jaar nauwgezet in de gaten te houden. Dit kun je doen door specifieke oorzaken van burn-outklachten en verzuim in kaart te brengen.
Verminder onzekerheid
Het is voor werkgevers belangrijk om rekening te houden welke verwachtingen ze bij toekomstige en huidige werknemers creëren. En of ze deze verwachtingen ook daadwerkelijk kunnen waarmaken. Steeds meer werkenden vinden het verminderen van onzekerheid in het werk heel belangrijk. Deze toename vindt vooral plaats bij jongeren. De aanname dat jongeren vooral flexibiliteit wensen is dus mogelijk veranderd of aan het veranderen.
Maatwerk
Het onderzoek laat zien dat er mogelijk generatieverschillen zijn. Bijvoorbeeld dat jongere werknemers de laatste jaren vaker last hebben van burn-outklachten en meer behoefte hebben aan een vast contract en werkzekerheid dan oudere werknemers. Toch lijkt het indelen van werknemers op basis van hun generatie niet nuttig voor het maken van beleid over hun mentale gezondheid. Sterker nog, het indelen van mensen in generaties kan ervoor zorgen dat belangrijke verschillen, zoals die tussen leeftijdsgroepen of door andere factoren (bijvoorbeeld werkdruk), over het hoofd worden gezien. Omdat er veel verschil is binnen elke generatie, is het belangrijk om maatwerk te bieden voor het verbeteren van de mentale gezondheid van werknemers. Dit geeft voldoende ruimte voor de verschillende behoeften van ieder individu op de werkvloer.
Het volledige onderzoek lees je hier.
Leren op de werkvloer
Een goede werkplek is een werkplek waar geleerd wordt. De kennis die tijdens een opleiding of training wordt opgedaan, is namelijk niet voldoende om in te spelen op alle technologische ontwikkelingen. Om leren op de werkvloer te stimuleren, is onderzocht hoe dit meer en bewuster kan worden ingezet.
Februari 2024 | KPMG
Europese autofabrikanten zijn minder optimistisch, blijkt uit KPMG-onderzoek. Ze verwachten dat 30% van de nieuwe autoverkopen in 2030 batterij-elektrisch zal zijn, ver onder de Europese doelstelling. De transitie naar emissievrije mobiliteit biedt kansen voor Amerikaanse en Chinese concurrenten.

Europese autofabrikanten verwachten sterke concurrentie op de EV-markt
Uit het jaarlijkse Global Automotive Executive Survey (24ste editie) van KPMG onder 1.000 executives uit de mondiale auto-industrie, is slecht een kwart optimistisch over de winstgevende groei in de komende vijf jaar.
Online verkoop
Ook het vertrouwen in online autoverkoop voor 2030 is aanzienlijk gedaald, van 73% in 2022 naar 52% in 2023. Toch wordt verwacht dat het aandeel niet-traditionele verkoopkanalen voor voertuigen aanzienlijk zal toenemen. Executives geven aan dat de focus zal liggen op directe verkoop aan consumenten en verkoop via agenten. Deze verschuiving vereist dat autofabrikanten kapitaal vrijmaken om in deze kanalen te investeren.
Sterke concurrentie EV-markt
Europese autofabrikanten verwachten sterke concurrentie op de EV-markt door Amerikaanse bedrijven die profiteren van de Inflation Reduction Act. Daarnaast wordt een toestroom van goedkopere EV’s uit China verwacht. Het is belangrijk dat de traditionele fabrikanten en toeleveranciers hun strategieën gaan herzien. Mogelijk door niet-strategische onderdelen af te stoten, fusies en overnames te overwegen en samen te werken met technologiebedrijven voor de productie van EV’s.
Het volledige onderzoek lees je hier.
Minder onderhoud en reparaties
De ontwikkelingen bij fabrikanten hebben grote invloed op de activiteiten van zowel dealers als onafhankelijke autobedrijven. BOVAG voorziet een daling van 11% omzet in reparatie en onderhoud. Meer gevolgen over de ontwikkelingen bij fabrikanten worden in dit artikel toegelicht. Hoe automotive retail zich ontwikkelt naar 2030 heeft BOVAG bekeken in een vervolgonderzoek. De resultaten van dit onderzoek lees je hier.
Augustus 2024
Verduurzaming van mobiliteit omvat een breed terrein. Het gaat om inzet en gebruik van duurzame brandstoffen en bijvoorbeeld emissieloze voertuigen. Maar ook om efficiëntere logistieke ketens voor transport van goederen. Om dit voor elkaar te krijgen, zijn veel vakmensen in de (automotive) techniek en ICT nodig. Iets waar al een groot tekort aan is.

“Mensen die zich willen laten omscholen naar een zogeheten klimaatbaan hebben goede baankansen”
In het nationale Klimaatakkoord van 2019 staan afspraken om de CO2-uitstoot sterk terug te dringen. Het rapport Klimaatbanen Mobiliteit brengt in kaart welke beroepen en werkzaamheden er nodig zijn om de mobiliteit te verduurzamen. Dit rapport is een samenwerking tussen UWV, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en de Sociaal-Economische Raad (SER). Met inzichten uit het rapport is een gerichter arbeidsmarktbeleid mogelijk. Ook biedt het aanknopingspunten voor de ontwikkeling van specifieke opleidingstrajecten of leerwerk-arrangementen voor o.a. zij-instromers.
Specialisten gevraagd
Er zijn technici op het gebied van elektrotechniek, werktuigbouw, automotive en procesindustrie nodig. Zij houden zich bezig met het ontwikkelen van waterstof en batterijen maar ook met het bouwen en onderhouden van schone voertuigen. Of met het installeren en onderhouden van laadpalen en het beveiligen van bijbehorende apps. Voor deze technici is bijscholing soms nodig omdat er met andere technologie, voertuigen of brandstoffen moet worden gewerkt.
Krappe arbeidsmarkt
Er is echter een groot tekort aan technici. Dat maakt het lastig voor werkgevers om vacatures te vervullen. Deze beroepen zijn namelijk niet alleen nodig voor de klimaatdoelstellingen, er is ook in het algemeen veel vraag naar. Dit is terug te zien in de spanningsindicator arbeidsmarkt van UWV. Het aantal vacatures voor technici, ICT’ers en specialisten is de afgelopen jaren sterk gestegen. In het eerste kwartaal van 2024 stonden er alleen al voor automonteurs bijna 3.800 vacatures open.
Goede baankansen
Opleidingen in de genoemde richtingen bieden een (zeer) goed toekomstperspectief voor jongeren. Maar ook voor werkzoekenden en werkenden die de overstap naar een ‘klimaatbaan’ willen maken zijn er goede baankansen. Soms is het zelfs mogelijk om zonder diploma’s in te stromen. Bijvoorbeeld via een zij-instroomtraject; een door de werkgever betaalde opleiding. UWV, werkgevers en opleidingsinstituten bieden gerichte opleidingstrajecten voor zij-instromers aan. De trajecten starten als er veel vraag van werkgevers is.
Het volledige rapport Klimaatbanen Mobiliteit lees je hier.
Jong talent binden
In de mobiliteitsbranche werken relatief veel jongeren. OOMT heeft onderzoek gedaan naar wat er nodig is om een aantrekkelijke werkgever voor hen te zijn. Bedrijven in de mobiliteitsbranche hebben namelijk moeite om jonge medewerkers aan te trekken en te behouden. Lees hier over kansen en uitdagingen.
Juni 2023 | KPMG in opdracht van BOVAG
Ondanks positieve signalen over marktomvang en hogere omzet, kunnen verhuur- en deelautobedrijven tot 2030 rekening houden met veel uitdagingen. Zo stijgen de kosten, waardoor de marge en het verdienmodel onder druk komen te staan. Daarnaast zorgt technische verbetering van auto’s voor een daling in het in het aantal onderhoudsbeurten. Elektrificatie versterkt dit.

Kansen en uitdagingen in de verhuursector
De verhuurmarkt is volop in beweging met toenemende vraag naar mobiliteit en elektrificatie. Deze marktstudie geeft inzicht in verwachte kansen en uitdagingen voor de verhuursector. De onderzoekers van KPMG hebben gesprekken gevoerd met verhuurbedrijven, deelautobedrijven, leasemaatschappijen, verzekeraars, autofabrikanten en experts. De trends, ontwikkelingen en impact op ondernemingen zijn in kaart gebracht. We lichten er enkele uit.
Marges onder druk
Volgens de onderzoekers zal de verhuurmarkt met 6 procent per jaar groeien in de periode tot 2030. BOVAG verklaart deze ontwikkeling enerzijds door een toenemend aantal verhuurdagen als gevolg van flexibilisering van de samenleving en anderzijds door stijgende dagtarieven. Deze tarieven stijgen als gevolg van toenemende kosten voor de aanschaf en exploitatie van huurauto’s. De marges en het verdienmodel zullen onder druk komen te staan. Lokale verhuurders gaan naar verwachting marktaandeel verliezen ten gunste van nationale verhuurders. De concurrentie neemt toe door consolidatie van die lokale autoverhuurders en door toenemende invloed van autofabrikanten. Als zelfstandige autoverhuurder is kiezen voor samenwerking het overwegen waard, aldus BOVAG.
Impact elektrificatie
De verhuurvloot zal ondanks verschillende obstakels naar verwachting sterk elektrificeren tot 2030. Reden hiervoor is de regelgeving en goedkoper wordende elektrische voertuigen (EV’s). EV’s hebben minder bewegende delen, wat de noodzaak van het vervangen van slijtagedelen vermindert. Wel zullen de banden sneller slijten omdat EV’s over het algemeen zwaarder zijn. Het aantal jaarlijkse onderhoudsbeurten neemt af en is korter, vooral op de lange termijn wanneer EV’s de kinderziektes zijn ontgroeid. Ook technische verbeteringen zorgen voor een daling in het aantal contactmomenten per kilometer. Dit vermindert de vraag naar vervangend vervoer tijdens reparaties en onderhoud. BOVAG adviseert ondernemers een EV-plan op te stellen waarin ook de impact van zero-emissiezones in de omgeving wordt meegenomen.
Lees meer over de netwerkstudie.
EV-kennis en -vaardigheden
Bij onderhoud aan EV’s is er specialistische kennis nodig, zeker op het gebied van veilig en gezond werken. In het Structuuronderzoek dat OOMT heeft laten uitvoeren, lees je dat veel bedrijven vooral het volgen van trainingen en cursussen zien als oplossing om nieuwe kennis binnen het bedrijf te krijgen. Maar ook het leren op de werkplek is belangrijk. Wanneer leren op de werkplek nog vaker en bewuster wordt ingezet, valt er veel winst te behalen.
November 2022 | VMS Insight in opdracht van OOMT
De grootste uitdaging voor de toekomst is voor de meeste bedrijven personeel. Bijna alle deelbranches geven aan dat de toename van elektrische en hybride voertuigen en de toename van elektronische systemen invloed gaat hebben op het personeel, blijkt uit onderzoek dat OOMT heeft laten uitvoeren. Er is voornamelijk behoefte aan scholing en training van huidige technische medewerkers, zoals monteurs, technici en specialisten. Het aantrekken van nieuwe medewerkers of het uitbesteden van werkzaamheden is minder in beeld als oplossing.

De grootste uitdaging voor de komende 5 jaar is het gebrek aan goede (technische) medewerkers
In oktober 2015 heeft OOMT haar Structuuronderzoek ‘Onderzoek naar de personeelsopbouw in de mobiliteitsbranche’ uitgebracht. De belangrijkste vraagstukken in dit onderzoek waren de personeelsopbouw en het tekort of overschot van het aantal medewerkers per functie. In 2022 heeft VMS | Insight, in opdracht van OOMT, dit onderzoek opnieuw uitgevoerd. De omvang, de samenstelling en de personeelsopbouw van de mobiliteitsbranche zijn in kaart gebracht, net als de impact van elektrificatie en digitalisering op het werk. Werkgevers is gevraagd hoe zij vacatures invullen, wat hun toekomstverwachtingen zijn en welke kansen en belemmeringen zij voor de branche zien.
Personeelstekort baart zorgen
Ongeveer een kwart van de bedrijven in de mobiliteitsbranche geeft aan dat er een tekort aan personeel is in de werkplaats. Dit tekort zal naar verwachting de komende jaren toenemen. Bij fietsbedrijven is er ook een tekort aan verkopers, terwijl bij autodealers ook vraag is naar receptiemedewerkers en magazijnmedewerkers. De tekorten in de branche leiden bij zo’n 10% van de bedrijven tot het inzetten van flexkrachten (zzp’ers/uitzendkrachten of via payroll). Nieuw personeel wordt vooral geworven via het eigen netwerk. Maar ook via vacaturesites, social media en scholen; 72% staat open voor BBL-studenten en 56% voor BOL-studenten.
FTE per vestiging
Bij gemotoriseerde tweewielerbedrijven is het aantal FTE per vestiging toegenomen van 3,6 naar 3,7. Het totaal aantal FTE is toegenomen van 1.700 naar 2.150. Deze markt is de afgelopen jaren sterk gegroeid na de crisis in 2008. Ook elektrificatie speelt hier een belangrijke rol: één derde van alle nieuwe snor- en bromfietsen is elektrisch. Echter, verwacht het onderzoeksbureau over drie jaar een afname van technici. In tegenstelling tot de andere branches geven een aantal gemotoriseerde tweewielerbedrijven in het onderzoek aan dat ze momenteel te veel medewerkers hebben ten opzichte van het werk. Het gaat dan voornamelijk om brom- en snorfietsbedrijven.
Invloed elektrische en hybride voertuigen
Nieuwe technologieën vormen een andere grote uitdaging. De elektrificatie van de aandrijflijn en verdergaande digitalisering van voertuigen heeft in alle deelbranches, vooral in de technische beroepen, invloed. Bijna 30% van de bedrijven verwacht dat deze ontwikkeling zal leiden tot een groei van het aantal elektronisch gespecialiseerde medewerkers. Bij autodealers en bedrijfswagenbedrijven zal een afname zijn van mechanisch gespecialiseerde medewerkers. Fietsbedrijven en camper- en caravanbedrijven verwachten juist ook een toename van mechanisch gespecialiseerde medewerkers. Online sales zal een grote invloed hebben op het verkoop- en communicatiewerk. Vooral het volgen van trainingen en cursussen wordt als oplossing aangedragen om nieuwe kennis binnen het bedrijf te krijgen. Maar ook het leren op de werkplek is belangrijk. Ruim 1 op de 8 bedrijven verwacht de komende drie jaar nieuwe functies te krijgen, bijvoorbeeld op het gebied van online marketing, waterstof of elektronica experts.
Ondanks dat veel bedrijven ‘het bedrijf draaiende houden’ als één van de grootste uitdagingen ziet, verwacht 80% van de bedrijven dat het bedrijf over 3 jaar nog in de huidige vorm bestaat.
Het volledige onderzoek lees je hier.
De mobiliteitsbranche in cijfers
Ben je benieuwd wat er speelt in jouw deelbranche en wil je dit vergelijken met een andere deelbranche? In één oogopslag wordt dit duidelijk. Van het aantal bedrijven per deelbranche tot het soort dienstverband of de gemiddelde leeftijd van medewerkers. Van de uitstroom naar leeftijd tot de ontwikkeling van studenten. Alle cijfers uit de mobiliteitsbranche kun je eenvoudig terugvinden in de kerncijfers. Ook lees je hoe de arbeidsmarkt van de mobiliteitsbranche zich verhoudt met andere branches in de sector Techniek.